Voor deze opdracht hebben we les 6: herfst omgebouwd naar een les over de zomer.
Voorbereiding *
|
Context
|
Belevingswereld:
We doen deze opdracht in de zomer, over de zomer dus is het concreet. Het
is aanspreekbaar voor kinderen.
Als inleiding laten we een filmpje zien over het strand in de zomer.
Hierdoor krijgen de kinderen een beeld van het zomerdecor. Ook laten we
verschillende materialen voor op het strand zien (zie foto hieronder). Deze
materialen zijn herkenbaar en het ligt dus in de belevingswereld van de
leerlingen. Wanneer we het onderwerp geïntroduceerd hebben kunnen we de
opdracht uitleggen.
|
Basisplan
|
Opdracht en randvoorwaarden:
De kinderen moeten een kijkdoos maken over de zomer. Om inspiratie op te
doen kijken we klassikaal een filmpje en liggen er materialen in de klas (zie
inleiding). We vertellen dat als je door het kijkgat kijkt, je hun ideale
strand moet kunnen zien. Ze mogen zelf weten hoe het eruit ziet maar het moet
redelijk realistisch zijn: buitenstaanders moeten een strand herkennen. In de
uitleg wordt verteld hoe je plaatjes in de kijkdoos moet bevestigen (stukje
omvouwen en met de plakrand vastplakken). Op deze manier moeten de kinderen
de opdracht dan ook uitvoeren. Het is belangrijk dat niet alles op dezelfde
hoogte wordt geplaatst maar dat de kinderen leren werken met diepte. Ze
kunnen dingen in ‘de verte’ plaatsen door iets verder weg te plakken. Zo
wordt het 3d.
|
Doelen
|
Beeldend doel:
Aan het eind van de les kunnen de kinderen door middel van kleurgebruik
de zomerse sfeer verbeelden. Met coulissewerking ontdekken ze de
ruimtelijkheid in een kijkdoos.
Technisch doel:
Aan het eind van de les kunnen de kinderen plaatjes in de kijkdoos
bevestigen door middel van een plakrand maken, omvouwen en plakken. Ze hebben
de plaatjes netjes uitgeknipt en de wanden gekleurd.
|
Receptie
/Oriëntatie *
|
Introduceren
|
Beeldcultuur:
Het is zomer en dat is aan alles in de omgeving van de kinderen te zien.
Deze impulsen kunnen zij omzetten in creativiteit, in dit geval een kijkdoos.
We introduceren het onderwerp, zoals eerder gezegd, aan de hand van een
fimpje over de zomer.
Eventueel zou er nog een wandeling door de natuur gemaakt kunnen worden om
bewust te worden van de uiterlijke kenmerken in de zomer van de natuur. Dit
is niet noodzakelijk omdat de inleiding, zoals beschreven, waarschijnlijk
voldoende is.
|
|
Informeren
|
Beeldbeschouwen
|
*
|
Instrueren
|
Beeldend Probleem:
Het kan lastig voor de kinderen zijn om figuurtjes op de juiste manier
uit te knippen en op te plakken. Bovendien moeten zij diepte creëren door de
figuurtjes niet allemaal op dezelfde lijn te zetten.
|
Productie
/Uitvoering
|
Observeren
|
Beeldend Vermogen
|
|
Begeleiden
|
Werkprocessen
|
|
Afronden
|
Tijdsmanagement
|
Reflectie
/Nabeschouwing *
|
Nabespreken
|
Reflecteren:
Aan het eind van de les bekijken we elkaar kijkdozen. De kinderen mogen
dan langs elkaars tafeltje lopen en elkaar complimenten geven. Daarna worden
ze allemaal achterin de klas gezet zodat er op een ander moment ook naar
gekeken wordt. Ouders kunnen de klas ook inlopen om even te kijken.
We vatten het verloop van de les samen en vragen dingen als: hoe vonden
jullie het, was ging er goed, wat was er moeilijk?
We geven de leerlingen een compliment voor het harde werken en ze mogen
de spullen opruimen.
|
*
|
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria (matrix):
De kinderen moeten een strand hebben afgebeeld in hun kijkdoos, deze moet
te herkennen zijn. Dit moeten zij doen door middel van bijvoorbeeld
kleurgebruik. De figuurtjes moeten op de juiste manier bevestigd zijn en er
moet diepte in de kijkdoos zijn.
We kijken naar het eigen kunnen van het kind. Niet iedereen presteert
gelijk en het is daarom belangrijk de persoonlijke ontwikkeling en groei van
het kind in het oog te houden.
De opdracht wordt dus beoordeeld aan de hand van de randvoorwaarden en
hun eigen inzet.
|
|
Presenteren
|
Presentatievorm
|
Evaluatie
|
Evalueren
|
Opdracht en randvoorwaarden
|
Feedback door Tanja Janssen en Ellie Branton:
Wordt er rekening gehouden met de belevingswereld van het kind?
Ja, het gaat over de zomer en het is een les die je in de zomer geeft. Voor kinderen dus erg aanspreekbaar.
Is de inleiding motiverend voor de leerlingen?
Ja, ze mogen een filmpje zien om een goede indruk te krijgen van de sfeer. Ook laten ze verschillende materialen zien om het nog duidelijker voor kinderen te maken. Ze krijgen zo een goed beeld van de opdracht en daardoor ontstaat eerder motivatie.
Is er sprake van een duidelijk beeldend probleem?
Ja, in een kijkdoos staan altijd figuurtjes en dat is hier de uitdaging. Ze moeten het op de goede manier uitknippen en opplakken. Ook moet er diepte zijn dus dat kan lastig zijn voor de kinderen.
Worden de leerlingen door de lesopzet gestimuleerd tot eigen vormgeving?
Ja, aan de hand van het filmpje en de spullen krijgen zij een goed idee van de opdracht. Ze laten echter geen voorbeeld van een kijkdoos zien en dat is goed want dan gaan de kinderen het niet namaken. Ze kunnen enthousiast worden van alle zomerse spullen en je kunt er ook een leuk gesprek over voeren met de klas.
Is het beeldmateriaal adequaat gekozen?
Ja, heel passend.
Straalt het beeldmateriaal de huidige tijd uit?
De zomer is tijdloos maar de spullen die ze laten zien zijn wel uit deze tijd: emmertje, schepje etc.
Geef een aantal verbeterpunten/aanvullende suggesties:
Ik zou van te voren wel een voorbeeld maken om uit te vinden waar de moeilijkheden in de opdracht zitten. Deze moet je dan niet laten zien.
Wat is het sterkste onderdeel van de les, waarom?
Het ligt helemaal in de belevingswereld van het kind. De meeste kinderen vinden de zomer heel leuk dus worden waarschijnlijk vanzelf enthousiast als je deze opdracht introduceert. Bij de opening geef je ze heel concreet de opdracht mee en laat je ze in de sfeer komen. Dat is heel leuk.